Garajonay, het ondoordringbare woud

Miljoenen jaren geleden waren de mediterraanse kuststroken geheel bedekt met een enorm ondoordringbaar woud. Zachte temperaturen en een permanent hoge luchtvochtigheidsgraad waren daar de oorzaak van. Hier kwam een einde aan toen de IJstijden hun opwachting maakten: beetje bij beetje verloren deze oerwouden terrein totdat ze bijna in hun geheel verdwenen.

Op Gomera, één van de kleinere eilanden van een archipel dat vlakbij de Afrikaanse kust ligt, maar door de geschiedenis aan Spanje toebedeeld werd, heeft zo'n woud zich door de eeuwen heen in stand weten te houden. Deze eilandengroep, 'Islas Canarias', of de Canarische eilanden, ontstaan uit vulkanische erupties, biedt ons behalve Garajonay, nationaal park sinds 1981, meerdere overblijfselen uit die verre tijden -op Tenerife, Palma en Hierro. Zoals je op het eerste gezicht wellicht zou denken, komt de naam van het archipel niet omdat er zoveel kanaries aanwezig zijn, maar eerder van de geografische lijnen van het grootste eiland, Gran Canaria, die in vorm doen denken aan een hond, oftewel in het latijn, 'Can'.

Legende
Garajonay heeft zijn naam te danken heeft aan een oude legende van de oorspronkelijke bevolking van de Canarische eilanden, de Guanches, dat gaat over de liefde van Gara en Jonay. Een jongen en een meisje, afkomstig van verschillende, elkaar ribaliserende, stammen, die niet daarom met elkaar mochten huwen. Na een vlucht door de diepe wouden van wat nu dus Garajonay heet prefereerden ze een gezamenlijke dood boven een levenslange scheiding.

Het park Garajonay bestaat uit 3.984. Ht hoogste gedeelte van het eiland heeft een oppervlakte van 373 km2. Het is vooral interessant vanwege zijn dichte bosstructuren, maar er zijn ook zeldzame diersoorten aan te treffen, vooral ongeveer 1.000 insectensoorten -150 daarvan komen alleen op Gomera voor. Verrassend is de aanwezigheid van een bijzondere zwarte spin, de zg. 'Eresus crassitibalis', met een nogal pijnlijke beet, en een sprinkhaan zonder vleugels, de 'Acrostira bellamyi'.

Verder treffen we er 38 vogel-, drie reptiel-, vier vleermuis- en één kikkersoort aan. Gegeven de situatie zijn de meeste species natuurlijk insecteneters. Onder de vleeseters heb je de sperwer, de buizerd en de ransuil.

De oorspronkelijke bevolking van de eilandengroep, waarvan mummies zijn teruggevonden, zetten er waarschijnlijk al in ongeveer 2.500 v. C. voet aan wal. Gezien hun gewoonten en tradities moesten ze van noord-afrikaanse afkomst zijn geweest, waarschijnlijk Berbers. Het waren herders en verzamelaars van vruchten en planten. Ze leefden in grotten of kleine bij elkaar staande hutten.

In de vijftiende eeuw begonnen eerst de Portugezen en later de Spanjaarden de kusten te frequenteren, aanvankelijk met vredelievende bedoelingen. Bij de ontdekking van Amerika speelde Gomera een belangrijke rol. De schepen van Columbus legden er voor de laatste keer aan voor naar de andere kant van de Atlantische Oceaan te varen. Bij de verdeling van de Nieuwe wereld tijdens het verdrag van Tordesillas vervielen de eilanden definitief aan Spanje.

>>Meer informatie.