De (mogelijke) betekenis van de naam 'Spanje'

De naam Spanje (in het Spaans: España) komt uit het Latijn “Hispania”, waarmee door de Romeinen het hele Iberische schiereiland bedoeld werd. Na de val van Carthago werd het een Romeinse provincie, waarna in de tijd van keizer Augustus de verovering werd voltooid. Het werd toen opgedeeld in "Hispania Baetica" en "Hispania Lusitania".
Etymologisch gezien schijnt het woord echter niet af te stammen van het Latijn. Sommige geleerden zeggen het uit het Oud Grieks voortkomt. De Grieken zouden de naam “Hesperia” hebben gebruikt voor het gebied, wat tegenwoordig Italië en Spanje is. Dat heeft ermee te maken dat beide landen zich ten westen van een ster, genaamd “Esperos”, bevonden. Het woord "Hesperia" zou dan later zijn in het Latijn verbasterd zijn tot Hispania.

Een meer gangbare theorie is echter dat het te maken heeft met het grote aantal konijnen dat zich op het Iberische schiereiland bevonden in de tijd dat de Phoeniciërs als kolonisten er aankwamen. De Phoenicische taal schijnt verwant te zijn aan het huidige Hebreeuws. Zij spraken over het land dat zij aantroffen als “I-sphanim”. Dat was de naam, die ze gaven aan de klipdas, een veelvoorkomend dier in hun land van herkomst. Toen zij in Spanje het voor hen nog onbekende konijn ontdekten, gaven ze het vanwege een zekere gelijkenis die naam. Van dat woord zou dan later het Latijnse “Hispania” zijn afgeleid.

De naam "Iberia" komt van een historische bevolkingsgroep, die Spanje bevolkte, genaamd de Íberos, of Iberiërs. De Iberiërs zijn waarschijnlijk een mengvolk van de plaatselijke oerbevolking en Noord-Afrikaanse immigranten. De Iberische cultuur ontstond van de 9de tot de 6de eeuw v. C. in het oosten.