Karel II, de 'behekste' koning

Karel II, van 1665 tot 1700 koning van Spanje, de Zuidelijke Nederlanden, Napels en Sicilië, werd zowel geestelijk als lichamelijk gehandicapt geboren. Hij kon maar nauwelijks lopen, zijn hoofd was buitensporig groot en zijn onderkaak zover uit, dat hij zijn voedsel niet kon kauwen. Hij kreeg de bijnaam 'El Hechizado', de Behekste. Ondanks dat hij twee keer huwde is hij kinderloos gebleven, wat zou leiden tot de Spaanse Successieoorlog (1701-1713).

Karel was drie jaar toen zijn vader, de Habsburgse koning Filips IV, overleed en was de enige overgebleven mannelijke erfgenaam. Vanwege zijn leeftijd trad zijn moeder, Maria Anna van Oostenrijk -kleindochter van Filips III en dus een nicht van haar echtgenoot- als regentes voor hem op. In 1678 vond zijn halfbroer Johan, de enige erkende bastaardzoon van Filips IV, dat Karel oud genoeg was om zelf te regeren -naar het schijnt zou Karel hem daartoe hebben opgeroepen. Een jaar later overleed Johan echter en zou Maria Anna haar taken weer opnemen. Dat zou ze blijven doen tot haar dood in 1696, ondanks dat haar zoon intussen meerderjarig werd.

Huwelijken
In 1679 sloot Karel II een huwelijk met Marie Louise van Orléans (1662-1689), een nicht van Lodewijk XIV, koning van Frankrijk. Hij was straalverliefd op haar. Zij was ongelukkig en bij vlagen depressief. Waarschijnlijk kwam dat omdat ze maar niet zwanger werd, vermoedelijk omdat Karel impotent was of aan syfillis leed. Samen baden ze geregeld in de kerk om gezegend te worden met een kind/opvolger. Tien jaar na hun huwelijk werd ze tijdens een paardenrit plotseling onwel en overleed.

Nadien werd er gefluisterd dat ze in opdracht van de moeder van Karel II vergiftigd zou zijn omdat ze maar geen kinderen kreeg. Dat is echter zeer onwaarschijnlijk omdat de twee vrouwen juist een goede onderlinge relatie schijnen te hebben gehad. Daarbij zou de doodsoorzaak net zo goed een blinde darm ontsteking kunnen zijn geweest. Haar laatste woorden waren aan haar man: 'Zijne Majesteit zal waarschijnlijk nog vrouwen hebben, maar slechts weinigen zullen zoveel van u houden als ik.'

Na de dood van zijn vrouw werd  Karel onder druk gezet om te hertrouwen. De keuze viel uiteindelijk op Maria Anna van Beieren, prinses van Neuborg en een schoonzus van keizer Leopold I van Oostenrijk -een broer van zijn moeder. Al spoedig begon ze haar man via angstuitbarstingen en ingebeelde zwangerschappen te domineren. Tegelijkertijd intrigeerde ze om haar neef Karel van Oostenrijk -de latere keizer Karel IV- op te werpen als opvolger van de Spaanse troon. Dat kwam de relatie met haar schoonmoeder niet ten goede. Die zag liever haar achterkleinzoon Jozef Ferdinand van Beieren als toekomstige koning van Spanje.

In die tijd ging Karel snel achteruit. Op zijn 35ste was hij al verlamd en epileptisch, vrijwel tandeloos, slechtziend, doof en seniel. Bij tijd en wijle liet hij het lichaam van zijn dode vrouw Marie-Louise opgraven om haar te kunnen bewenen.

De nasleep
Ook dit tweede huwelijk bleef kinderloos. Ondertussen had Karel zich door zijn moeder laten overtuigen en testamentair laten vastleggen dat Jozef Ferdinand zijn opvolger zou zijn. Deze overleed echter in 1699 op zevenjarige leeftijd. Onder invloed van de aartsbisschop van Toledo, Portocarrero, liet hij zich daarna overhalen om niet voor de neef van de koningin te kiezen maar voor Filips van Anjou, een kleinzoon van Lodewijk XIV.

Toen hij echter op 1 november 1700 overleed -iets waar half Europa al op had getracht te anticiperen- en Filips echt de Spaanse troon besteeg vond keizer Leopold I dat zijn familie eigenlijk meer recht had op de vrijgekomen Spaanse troon. Daarin werd hij gesteund door Engeland, de Nederlanden en Pruisen, die met een mogelijke personele unie tussen Frankrijk en Spanje een verstoring van het machtsevenwicht in Europa vreesden. Ze eisten dat de kleinzoon van de Franse koning zou aftreden, wat werd geweigerd. Zo brak in het jaar 1701 de >>Spaanse Successieoorlog uit.

Pas met o.a. de Vrede van Utrecht, in 1713, zou Filips van Anjou als koning Filips V van Spanje erkend worden, maar niet voordat hij officieel afstand zou hebben gedaan van de Franse kroon. Tevens werd bepaald dat de Zuidelijke Nederlanden over zouden gaan naar de Oostenrijkse tak van het Habsburgse huis, die daarmee afzag van de Spaanse kroon.

De weduwe van Karel II werd door de nieuwe koning, Filips V, in 1701 naar het Alcázar van Toledo verbannen. Na 1706 mocht ze vertrekken en ging ze naar het Franse Bayonne. Pas in 1739, een jaar voor haar dood, keerde ze naar Spanje terug.

Afbeeldingen: (van boven naar beneden) Karel II, Marie Louise, zijn eerste vrouw; Maria Anna, zijn tweede vrouw; Filips V, zijn opvolger.