Día de Santos Inocentes: het Spaanse 1 april


‘Día de los Santos Inocentes’ is in feite is de dag, waarop men de massale kindermoord herdenkt, die door koning Herodes werd bevolen in Jeruzalem ten tijde van de geboorte van Jezus. Toen die hoorde van de geboorte van de toekomstige koning der Joden, vreesde hij voor zijn troon en zond hij zijn soldaten uit om in Bethlehem alle jongetjes onder de twee jaar om het leven te brengen. Dat ging de geschiedenis in als de ‘Kindermoord van Bethlehem’. Echter, Jozef werd in een droom gewaarschuwd en trok met Maria en de baby Jezus naar Egypte. De koning der joden bleef zo in leven, maar andere onschuldige kinderen stierven.

Ook in Nederland had 28 december lang geleden een feestelijk tintje in de volkscultuur. Zo trokken kinderen in het zuiden van het land tijdens ‘Onnozele Kinderen’ verkleed langs de deuren voor snoep en geld. Tegen de jaren vijftig was het echter afgelopen. Het woord ‘onnozel’ in de naam vanhet feest had toen nog de betekenis van ‘onschuldig’.

In Spanje, traditioneel een katholiek land, is deze dag dus niet verdwenen. Toch is de oorspronkelijke feestdag ‘Santos inocentes’ tegenwoordig niet altijd meer een vrije dag. Het is meer en meer de Spaanse variant geworden van 1 april. Kerstmis en op 6 januari Driekoningen, de dag dat alle brave Spaanse kinderen cadeaus in hun schoen ontvangen, zijn deze feestdag in belangrijkheid voorbijgestevend.

Mocht je eind december in Spanje verblijven, wees dan gewaarschuwd voor een zg. 'Inocentada', een ‘onschuldig’ grapje. Veel kinderen en collega’s, maar ook kranten en andere media zien hun kans om anderen eens ongestraft in de maling te nemen. Populaire grappen zijn het verzetten van de klok, het losdraaien van lampen of het opplakken van een papieren poppetje met daarop geschreven ‘¡inocente!’ (zie boven) op de rug van het slachtoffer.

Ook in de kranten kunnen nieuwsfeiten worden vermeld die simpelweg zijn verzonnen en de Spaanse televisie doet er nog wel eens aan mee om haar kijkers eens goed voor de gek houden. In 1996 beweerde bijvoorbeeld de televisiezender Telecinco dat Boris Jeltsin, op dat moment de president van Rusland, van origine Spaans was, geboren in het Andalusische Ronda onder de naam Juan Manuel Sánchez Fernández.