Windenergie in Spanje: dringend Don Quichot gezocht!


Omdat warme lucht lichter is dan koude lucht en de aarde ongelijkmatig door de zon wordt verwarmd, ontstaan er dichtheids- of drukverschillen. Samen met de draaiing van de aarde veroorzaken deze verschillen een grillige stroming van de lucht, wind genoemd.

Wind is altijd een onmisbaar hulpmiddel geweest, vooral voor een land als Nederland. De machtige zeilvloten van de Republiek der Zeven Provinciën werden er al door voortgedreven. Wind werd ook gebruikt om land mee te winnen: enorme meergebieden in Noord- en Zuid-Holland zijn in de loop der eeuwen met behulp van windmolens drooggemalen.

Intussen is wind ook een alternatieve energiebron geworden om ons van electriciteit te voorzien. Eén van de voordelen t.o.v. de traditionele bronnen als aardgas en steenkool is dat hierbij geen schadelijke gassen als CO2 , die het gevreesde broeikaseffect veroorzaken, vrijkomen en dat het onuitputtelijk is, want wind zal altijd blijven waaien.

Als je zo langs de Nederlandse kust of door Flevoland, waar het wemelt van de ranke gestalten van de moderne windmolens, rijdt, zou je de indruk krijgen dat Nederland de eerste potentie is in windenergie. Niets is echter minder waar. Nederland had in 1999 slechts voldoende windvermogen om ongeveer 200.000 huishoudens van electriciteit te voorzien.

Het dus niet Nederland maar ons buurland Duitsland, dat bovenaan de lijst staat van windenergieproducenten. Zeer binnenkort zal dat land echter met stip voorbijgestevend door... Spanje. De productie is weliswaar slechts 2,2 % van de algehele energieproductie (en om een indicatie te geven: kernenergie levert 27,6 %), maar dat is voorlopig al voldoende om 5 keer een stad als Zaragoza te voorzien. Daarbij komt dat er geen grenzen lijken te bestaan aan de ontwikkeling van windenergie op de Spaanse “meseta” en in Comunidades als Navarra en Galicia.

De keerzijde hiervan is echter dat, net als bij de huizenbouw in Spanje, waar exorbitante opbrengsten gemeentes, aannemers en makelaars verblinden en hele landschappen gedomineerd worden door hijskranen en eensgezinswoningen, ook hier de middelen het doel voorbij dreigen te streven. Zo is het een gegeven dat ook deze schone energiebron haar slachtoffers heeft in de natuur zelf: vooral vogels zijn het slachtoffer, omdat ze veelvuldig tegen windturbines aanvliegen of door de wervelingen achter de rotor gegrepen worden. Regelmatig worden kadavers van vogels, waaronder hier in Spanje diverse beschermde gierensoorten, aangetroffen onder de windturbines. Desondanks schijnen er door o.a. verkeer en jacht jaarlijks meer slachtoffers te vallen dan door de aanwezigheid van windturbines.

Een ander -en belangrijker- nadeel betreft de inpassing in het landschap. Of zoals Javier Rico, vroeger directeur van het maandblad “Biológica” en tegenwoordig medewerker aan de Milieusectie van El País, het uitdrukt: “Ik heb de indruk dat de electriciteitsbedrijven het milieuvriendelijke van windenergie als excuus gebruiken om overal waar ze maar kunnen turbines te plaatsen, zonder rekening te houden met de landschappelijke impact, die het veroorzaakt”. De weinige mediterraanse bossen in het Spaanse landschap moeten het vaak ontzien en aangezien wind als energiebron het oogappeltje is van milieuactivisten, stuit dat op opvallend weinig weerstand. “Daarom vragen we met nadruk aan het regionaal bestuur om goed te “plannen”. Wij zijn vóór deze energiebron en geloven dat we zeker 10.000 megavolt kunnen opleveren zonder het milieu te schaden en 20.000 zonder het al te zeer te schaden,” beweert Ladislao Martínez van “Ecologistas en Acción” in een artikel in El País van 20 mei onder de titel “De polemische mode van de windmolens”.
Precies deze activistengroep echter geeft niet thuis wanneer er een geval is als dat bij Mora (Toledo). Daar bevindt zich tussen de de vele olijfboomgaarden een drinkwatermeer, dat bezocht wordt door een zeldzame variëteit van watervogels, die op doortocht zijn, zoals de “grullas” (kraamvogels) en rijk aan flora (waaronder de beschermde hulst en de jeneverbesboom). Vanwege de ideale ligging wil men er op het hoogste punt een installatie van windmolens plaatsen. Het probleem is dat zich daar behalve enkele nesten van de “Buho Real” (Oehoe) nou net een nest van koningsadelaars moet bevinden, een in heel Europa beschermde specie. Dit nest wordt ieder jaar opnieuw verwoest en de eieren worden weggenomen (in Spanje brengen deze eieren op de zwarte markt veel geld op van liefhebbers van de valkenjacht). Een koningsadelaarspaar komt echter altijd weer terug naar het oude nest, waarmee dus roet in het eten van deze projectontwikkelaars gegooid wordt.

Zo kan je wel stellen dat in een land waar zo lukraak gebouwd mag worden en een schone energiebron, die zeker de moeite waard is om uit te putten, niet met de nodige kritiek wordt benaderd, wellicht alleen nog een eeuwen geleden uitgestorven type als Don Quichot nog iets zou kunnen uithalen.