Spaanse gastarbeiders in de jaren '50-60

In de jaren '50 kwamen de eerste gastarbeiders uit Spanje naar Nederland. Ze migreerden vaak vanwege economische redenen -op het Spaanse platteland heerste veel armoede- maar bij een aantal speelde ook politieke redenen een rol. Het was nl. de hoogtij van de dicatuur van Franco. Veel Spaanse gastarbeiders werden dus niet alleen aangetrokken door de werkgelegenheid in West-Europa, maar ook door de politieke vrijheid, die er lonkte.

De eerste Spaanse gastarbeiders gingen overigens naar Frankrijk, maar uiteindelijk dus ook naar Duitsland en Zwitserland en dus naar Nederland. Daar werden zij vooral door grote bedrijven geworven, zoals de Hoogovens, in de mijnen, bij Philips in Eindhoven, door de textielindustrie in Twente en in West-Brabant, de Rotterdamse havens, bij de Demka in Utrecht en de vleesverwerkende industrie.

Wervingsverdragen
Na Italië was Spanje voor Nederland het tweede officiële wervingsland voor buitenlandse werknemers. Een wervingsverdrag voor Italiaanse gastarbeiders werd al in augustus 1960 gesloten. Tussen Nederland en Spanje kwam een jaar later een wervingsverdrag, op 8 april 1961. Dankzij dat verdrag kwamen er begin jaren '60 grote aantallen Spaanse gastarbeiders naar Nederland, vooral uit armere streken als Andalusië en Extremadura.

Tijdens het eerste wervingsjaar werden er 1500 Spanjaarden geworven. Dit nam -afgezien van een kleine economische dip in 1968- toe tot 1975. In dat jaar -het sterfjaar van Franco en het begin van een nieuw politiek stelsel in het thuisland- kwam er ook een einde aan het officiële wervingsverdrag. Vele Spaanse gastarbeiders keerden daarom terug naar hun thuisland, maar niet alleen dood van de dictator was een reden daarvoor. Ook heimwee naar de familie of het dorp speelde natuurlijk een belangrijke rol, en een tegenzin tegen het soort werk dat men in Nederland deed, vaak beschouwd als vuil werk. Velen waren daarnaast bang dat hun kinderen zouden vernederlandsen en Spanje zouden vergeten.

De reden van terugkeer was dus zeker economisch, want er was in die periode nog altijd weinig werk in Spanje. De Nederlandse overheid riep daarom in die periode speciale subsidieregelingen in het leven om Spaanse remigranten bij terugkeer te steunen. Dankzij zo'n subsidie richtte in 1976 een kleine groep Spaanse ex-gastarbeiders een coöperatieve boerderij op in Andalusië, genaamd 'La Pequeña Holanda'.

Foto boven: Spaanse gastarbeiders in Schiedam (Gemeentearchief Schiedam).

>>Zie ook:Vijf eeuwen migratie: Spaanse gastarbeiders 50 jaar in Nederland