De ezel in Spanje, bedreigd met uitroeiing


Vroeger was de ezel niet weg te denken uit het Spaanse 'platteland'. Het dier werd dan ook gebruikt voor allerlei karweitjes, vooral voor het dragen van lasten. Tegenwoordig hebben de boeren daar andere -gemotoriseerde- middelen voor. Het is makkelijker en sneller, maar niet altijd even goed voor het milieu. En de ezel is de dupe van al deze vooruitgang. Het dier wordt vandaag de dag bedreigd met uitroeiing.

Oorsprong en geschiedenis van de ezel
De ezel komt oorspronkelijk uit de woestijnen van Noord-Afrika. Daar bestonden verschillende rassen, waarvan er op dit moment nog twee over zijn, het Nubische en het Somalische ras. De Romeinen zijn verantwoordelijk voor het feit dat er nu ook allerlei Europese rassen bestaan. Ze brachten het dier naar het oude continent en kruisten de bestaande rassen om sterkere ezels te krijgen, die zware lasten konden dragen. Ze werden niet alleen op het land gebruikt maar ook door de Romeinse legers.

De ezel is, net als het paard, een kuddedier. De mannetjes bakenen hun territorium af om hun wijfjes en jongen te beschermen. Dat doen ze door hoopjes mest neer te leggen, opdat er geen andere ezels komen. Het zijn dan dieren met gevoelens, ze sluiten vriendschap met hun baas en missen hem als die een tijd weg is. Als ze onder paarden worden gebracht vormen ze hun eigen groep, waarmee ze optrekken, en roepen ze -balkend- naar elkaar.

De ezel in Spanje
In Spanje bestaan vijf hoofdrassen: de Catalaanse ezel, de Mallorcaanse ezel, de Zamoraans-Leonese ezel, de Canarische ezel of 'burro majorero' en Andalusische of Córdoba ezel. De eerste drie stammen af van de tak van de zg. 'asinus europeus', de rassen die door de Romeinen werden gekweekt. De Andalusische ezel komt direct van het Somalische ras, de 'equus asinus somalensis' en ook het Canarische ras komt direct uit Noord-Afrika om daar aangepast te worden aan de specifieke omstandigheden van de eilanden. Andere rassen, als de Pyreneese ezel -een variant van de Catalaanse ezel, alleen iets kleiner en aangepast aan het gebergte- en de zg. 'burro moruno' in Andaluse, zijn daar weer subrassen van.

In de negentiende eeuw was Spanje een exporteur van ezels naar landen als de Verenigde Staten, Italië en Frankrijk. De ezels die naar de V.S. gingen -hoofdzakelijk van het Catalaanse ras- werden vooral gebruikt door het Amerikaanse leger. Ze waren de voorouders van het huidige 'Donkey Kentucky Catalan' ras. De ezel was in die tijd niet alleen een belangrijke werkkracht, maar werd ook gegeten. Het vlees werd zeer gewaardeerd en is zachter en smakelijker dan dat van een paard. In dorpen van Aragón bijvoorbeeld werden belangrijker gebeutenissen gevierd met stoofpot van ezelvlees.

De ezel in de ontwikkelingswereld
In ontwikkelingslanden is de ezel meestal onmisbaar. Arme mensen hebben de ezel hard nodig voor de melk en het werk. Als ontwikkelingshulp schenkt Unicef dan ook vaak ezels. Dat is voorlopig een goede manier om algehele uitroeiing van dit ondergeschoven neefje van het paard te voorkomen.

Foto boven: 'De vriendschap' (uit 'Het vergeten Spanje' van Gé C. Witmaar)