Oviedo: 'prinselijke' provinciehoofdstad met verleden


Oviedo (in het Asturisch: Uviéu) is de hoofdstad van het prinsdom van Asturië, in het Spaans Asturias. Het is ook de hoofdstad van de gelijknamige provincie. De stad is ongeveer 187 km² groot en heeft bijna 220.000 inwoners.
Oviedo werd volgens bepaalde bronnen gesticht door Fruela I van Asturië,
koning van het toenmalige koninkrijk tussen 757 en 768. Hij was een liefhebber van de jacht en zocht voor zijn jachtpartijen een plek dichterbij zijn geliefd jachtgebied. Op 25 november 761 besloot hij zo daar een vast onderkomen te bouwen. Volgens de legende vroeg hij aan zijn gevolg waar zij vonden dat het gebouwd zou moeten worden, waarop dezen antwoordden: "Ubi edo" ("waar en hoe"). Zo ontstond dus de naam van de uiteindelijke stad.
Andere bronnen maken gewaar ervan dat in 8ste eeuw op een hoogte tussen drie heuvelruggen het benedictijnenklooster San Vicente werd gesticht. Daaromheen ontwikkelde zich de nederzetting Ovetum. In 789 werd het door de Moren verwoest, waarna Alfonso II, el Casto, de Kuise, het opnieuw opbouwde en in 792 tot residentie van het koninkrijk Asturië uitriep. Daarbij omringde hij de stad met zware muren, waarvan nu nog resten te zien zijn.
Aan de plattegrond van de oude binnernstad van Oviedo is nog te zien dat het een Middeleeuwse stad was. Er zijn drie paralelle assen, die liepen naar de poorten in de oorspronkelijke stadsmuur. Door de poort Cimadevilla, die uitkwam op de straat met dezelfde naam, die nog bestaat, zijn duizenden pelgrims komen lopen, die op weg waren naar Santiago de Compostela.
Ook al is veel nieuw en gerestaureerd, geeft een wandeling door Oviedo ons nog steeds indrukken van wat de stad in de verschillende periodes van haar bestaan is geweest, sinds de oorsprong in de 8ste eeuw.

Geschiedenis
Van 810 tot 924 was Oviedo de haard van het verzet tegen de Moren, die op dat moment bijna heel het Iberische schiereiland bezet hadden. Vandaaruit werd het christelijke gedeelte langzaam uitgebreid, eerst naar León en Castillië en uiteindelijk naar de rest van het hedendaagse Spanje.
In 1521 werd een groot deel van de stad door een brand verwoest en opnieuw opgebouwd. De bisschop Fernando de Valdés y Salas opende daarna in 1608 de universiteit. In de volgende eeuwen ging de stad in aanzien wat achteruit, maar in het begin van de 20ste eeuw bracht de opbloeiende mijnindustrie Oviedo opnieuw tot bloei. De sociale missstanden rondom deze nering liepen in 1934 echter uit tot een opstand, waarbij talrijke gebouwen zware schade opliepen. De Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) was daarna ook verantwoordelijk voor de verwoesting van het één en ander.
Oviedo heeft een imago van een stad, waar niet veel gebeurt. Dat is gedeeltelijk te danken aan de roman La Regenta van Leopoldo Alas (1884). Het boek beschrijft het leven van de mooie Ana Ozores in een stad, waarin met gemak Oviedo herkend kan worden. Ana, de regentes, wordt verteerd door een liefdesdilemma. De provinciale en hypocriete sfeer in haar omgeving is manifest. Op het plein bij de kathedraal staat een beeld van La Regenta, gemaakt door de kunstenaar Mauro Álvarez.
Tegenwoordig staat er in het centrum van Oviedo ook een ander onverwacht beeld, namelijk dat van Woody Allen, ter ere van het feit dat hij de staatsprijs Príncipe de Asturias ontving. Deze prijs is het Spaanse equivalent van de Nobel prijs, en wordt uitgereikt aan grootheden op allerlei gebieden door de kroonprins van Spanje, die tegelijkertijd ook de prins van Asturië is zolang hij de koning niet heeft opgevolgd. Bij het beeld staat een tekst over de stad Oviedo van de beroemde Amerikaanse filmregisseur en -acteur himself.

Bezienswaardigheden
In Oviedo staat aan de Plaza de Alfonso II de indrukwekkende gothische kathedraal, de Sancta Ovetensis.Oorspronkelijk stond op de plaats van de kathedraal een door koning Fruela I gebouwde basiliek, die door de Moren werd verwoest en door Alfonso II weer opgebouwd. Er bevindt zich nog aan de noordoostzijde een toren uit de 11de eeuw. De tegenwoordige kerk werd gebouwd tussen 1328 en 1528.
De 82 meter hoge toren, die in 1539 werd voltooid, behoort tot één van de mooiste van Spanje. Tijdens de Burgeroorlog liep die schade op en hij werd daarna gerestaureerd.
Het interieur heeft een 67 meter lang middenschip met kruisribgewelven en aan de binnenzijde balustraden met gothische vensteropeningen. Daarboven zijn spitsboogvensters met gebrandschilderd glas. De verhoogde altaarruimte ligt achter het smeedijzeren hek van het koor, waarin gebrandschilderde ramen zijn. Het enorme retabel met veel reliëfvoorstellingen is gedeeltelijk laat-gothisch, gedeeltelijk Renaissance stijl. Het geeft het Lijdensverhaal van Christus weer: in de middengedeelten Christus als Heerser, daarboven de Verheerlijking van Maria. Het wordt algemeen beschouwd als één van de kunsthistorisch gezien belangrijkste retabels binnen dit genre in Spanje. In de zijbeuken van de kathedraal bevinden zich een aantal zijkapellen, die een bezoek waard zijn.
Verder zijn er in de kerk een Christusbeeld uit het begin van de 12de eeuw, de kerkschat en de relikwieën aanwezig, alsmede een relikwiekastje van cederhout uit de 9de eeuw, beslagen met zilveren platen, die met zeer fijne reliëfs zijn versierd zijn, een met kostbare edelstenen ingelegde Engelenkruis, geschenk van koning Alfonso II in 898 en twee Byzantijnse ivoren diptieken uit de 6de en de 14de eeuw. Het rijk versierde Victoriekruis, dat Don Pelayo, de eerste koning van Asturië, volgens de legende bij de slag van Covadonga gedragen zou hebben, was een geschenk aan de kerk van Koning Alfonso III in 908.
Andere kerken in Oviedo zijn de Santa Maria la Real de la Corte, uit de 17de eeuw, en de San Tirso, oorspronkelijk gebouwd door Alfonso II. Uit die periode, 9de eeuw, stammen nog een groot driedelig rondboogvenster met koorafsluiting en resten van de fundamenten van laatst genoemde kerk. Op de Plaza Mayor bevindt zich de San Isidorokerk, uit de 16de eeuw met een zeer mooi altaar van houtsnijwerk. Een portaal uit de 12de eeuw, nog overgebleben van de oorspronkelijke Romaanse San Isidorokerk, staat heden ten dage in het park Campo de San Francisco. Even buiten de binnenstad bevindt zich het tamelijk afgelegen Julián de los Prados >>. Dit is misschien wel belangrijkste monument van de Asturische kunst.

In het zuidwesten van de Plaza de Alfonso II, schuin tegenover de kathedraal, aan de Cella della Rüa, ligt het Palacio de la Rüa uit de 15de eeuw. Op de Plaza Mayor, schuin tegenover de San Isidoro, bevindt zich het Ayuntamiento (Gemeentehuis) uit 1622. Ook dat moest in 1939, na de Burgeroorlog, gerenoveerd worden en alleen de gevel en de toren met het uurwerk zijn nog origineel. Verder zuidwestelijk ligt het Palacio del Marqués San Feliz of het Palacio del Duque del Parque, waarvan de bouw begonnen werd in 1687. Dat paleis herbergt een waardevolle schilderijencollectie, waaronder de Apostelen van El Greco. Aan de Calle de San Francisco ligt de oorspronkelijk tussen 1534 en 1608 door González de Bracamonte en Juan del Ribero gebouwde Universidad (de universiteit). Die werd ook in 1934 gerenoveerd. Op het binnenhof staat een standbeeld van de stichter Fernando Valdés.

Ten noordoosten van de universiteit bevindt zich het Palacio de los Campos Sagrados uit de 18de eeuw. Tegenwoordig is het een rechtbank. Daarachter ligt het Palacio de Heredia uit de 18de eeuw. Het Hospicio Provincial de Oviedo, een hospitium dat in de 18de eeuw door Isidoro Gil de Jaz werd gebouwd met als doel om de gefingeerde bedelarij tegen te gaan en de echte armen te helpen, fungeert tegenwoordig als het deftige hotel Reconquista. Het klooster San Vicente ten oosten van de kathedraal, werd gesticht in 781 en is het oudste gebouw van de stad, werd gerenoveerd in de 9de, 11de, 14de, 15de en 16de eeuw, en heeft met nog altijd oorspronkelijke bouwelementen. Daar bevindt zich heden het Museo Provincial (provinciaal museum), waar preromaanse en romaanse kunst te bezichtigen is. Achter het museum, naast de kerk Santa Maria de la Corte, ligt het benedictinessenklooster San Pelayo, gesticht door Alfonso II en gerenoveerd in de 18de eeuw. In 1934 tijdens de opstand van de mijnwerkers werd het zwaar beschadigd. Verder is op de Plaza de Santo Domingo in het zuidoosten van de stad het klooster Santo Domingo te vinden. Dat dateert uit de 16de en 18de eeuw. Het vermelden waard is ook de antieke en nog goed geconserveerde fontein Foncalada. In het Teatro Campoamo uit 19de eeuw worden nog steeds belangrijke operavoorstellingen gehouden.

De omgeving

Ten Noorden van Oviedo ligt de Monte Naranco met twee van de mooiste preromaanse bouwwerken van Spanje: Santa María del Naranco >> en San Miguel de Lillo >>. De Santa Maria del Naranco was oorspronkelijk het paleis van koning Ramiro en werd gebouwd tussen 842 en 884. In de 13de eeuw werd het pas verbouwd tot een kerk, die gewijd werd aan de Heilige Maagd. De kerk kwam in 1881 op de lijst van nationale monumenten en werd in 1931 en 1939 gerestaureerd.

Andere preromaanse kerken in de omgeving zijn:
De San Pedro de Nora, op 13 kilometer ten westen van Oviedo. Deze bevindt zich grotendeels nog in oorspronkelijke staat en heeft een tongewelf uit de 9de eeuw. Het dwarsschip bestaat uit drie rechthoekige absissen.
In Tuñón is de vrij eenvoudige preromaanse kerk San Adriano te vinden. Die werd in 891 tijdens de regering van Alfonso III gebouwd en in 1108 is gerestaureerd. In de drieschepige kerk treffen we schilderingen uit de eerste periode aan. De kerk heeft mozarabische invloeden.
In Collotio, dat aan de weg van Oviedo naar Santander ligt, bevindt zich, behalve een oude Romeinse brug over de rivier de Nora, de Romaanse kerk Santa Eulalia uit de 12de eeuw, met mooie zuilen en triomfbogen.
In Pola de Lena, aan de weg naar Puerto de Pájares, bevindt zich de kerk Santa Cristina de Lena uit de 9de eeuw. Dit kerkje vertoont enkele overeenkomsten met de eerdergenoemde Santa María del Naranco, al heeft die één verdieping heeft en een grondplan in de vorm van een Grieks kruis. De architectonische indeling van het interieur is zeer harmonich. Het ornamentale steenhouwerwerk aan de plaat van de borstwering ter afsluiting van het presbyterium is de moeite van het bezichtigen zeker waard.